Het gebied van de Atlantische Oceaan kan dit jaar rekenen op een verhoogde orkaanactiviteit. Klimaatonderzoekers baseren die voorspellingen op twee factoren. Ten eerste is de zeewatertemperatuur in het gebied waar de meeste orkanen ontstaan op dit moment zeer hoog voor de tijd van het jaar. De verwachting is dat het water zeker de eerste maanden van het orkaanseizoen nog steeds warmer dan normaal zal zijn. Boven het warmere water ontstaan meer orkanen.
De tweede factor is het verloop van El Niño en La Niña, benamingen die worden gegeven aan afwijkingen van de zeewatertemperatuur in de Stille Oceaan nabij de evenaar. De kans is groot dat de El Niño van de afgelopen periode na de zomer omslaat in een La Niña met kouder zeewater. Die verandering werkt de vorming van tropische stormen en orkanen, in de Verenigde Staten hurricanes genaamd, in de hand. Bij een koude La Niña staat er op grote hoogte minder wind dan tijdens een warme El Niño, waardoor de enorme onweersbuien waaruit orkanen geboren worden zich makkelijker kunnen ontwikkelen.
In de Atlantische regio waaronder de Verenigde Staten vallen loopt het hurricane-seizoen van juni tot en met november. Het voorspelbare gedrag van de zeewatertemperatuur en El Niño en La Niña, die de vorming van orkanen beïnvloeden, maakt het mogelijk om ook de activiteit van het seizoen te voorspellen. Ook de voorspelling van vorig jaar dat het een rustig seizoen zou worden is volledig uitgekomen. Onmogelijk is het echter om van tevoren aan te geven hoeveel stormen en orkanen aan land komen. Daardoor is de impact van een actief hurriane-seizoen moeilijker te voorspellen. Wel zeker zijn de namen die de stormen en orkanen in alfabetische vorige krijgen.
De Wereld Meteorologische Organisatie heeft voor dit jaar de volgende namen in petto: Alex, Bonnie, Colin, Danielle, Earl, Fiona, Gaston, Hermine, Igor, Julia, Karl, Lisa, Matthew, Nicole, Otto, Paula, Richard, Shary, Tomas, Virginie en Walter.
bron: KNMI