Een ding waar je in Egypte volop mee te maken zult krijgen is baksjiesj, oftewel fooi. Jij bent als rijke toerist dé bron van inkomsten voor veel Egyptenaren, die proberen op allerlei manieren hun fooi te verdienen. Dat begint al meteen na aankomst op de luchthaven, waar men je graag assisteert met je bagage of het vinden van een taxi. Tijdens je verblijf in Egypte zul je door veel behulpzame Egyptenaren hoopvol aangekeken worden waarbij men wacht op jouw fooi. Sommigen dringen zich gewoon aan je op en de enige manier waarop je er vanaf lijkt te komen is door een kleine fooi te geven.
Als je terug naar huis gaat en de luchthaventerminal binnenstapt dan denk je eindelijk met rust gelaten te worden. Niet dus. Al voordat je zelf de kans hebt gehad om te kijken waar je in moet checken staat er een ‘behulpzaam persoon’ naast je om je te helpen. Immers, als zij jou de weg wijzen dan kunnen ze baksjiesj verwachten. Alsof een doorgewinterde reiziger zelf niet in staat is om op een vliegveld zijn weg te vinden. Klaar met fooienplunderaars denk je dan… not! Bij de verplichte scan van de bagage, voordat je in kunt checken, staat personeel om jouw koffers en tassen op de band te leggen. Zodra ze dat gedaan hebben is het eerste wat je hoort “give me some money”. Als ik aangeef dat hij van mij geen fooi hoeft te verwachten blijft hij doorzeuren “any kind of money, some small change”. Op de één of andere manier voel ik me niet geroepen om de hele wereld te voeden, dus hij kan de pot op. Zie vanuit ooghoek dat trolleys niet op band, maar voor band liggen en leg ze er zelf snel op. In de tussentijd praat het manneke met de man in uniform die paspoort en vluchtreservering checkt bij deze controle. Toevallig begon deze man moeilijk te doen, omdat er geen Egypt Air op mijn reservering stond maar Brussels Airlines (vlucht wordt uitgevoerd door Egypt Air). Gelukkig kon ik dat met andere document aantonen, anders had het niet betalen van baksjiesj me een hoop gekut opgeleverd. Sommigen zullen Egypte een geweldig land vinden, maar ik ben blij dat tot ik mijn vrouw thuis weer zie er niemand mij meer om baksjiesj zal vragen 😉