Door de perikelen rondom de euro als gevolg van de economische situatie in een aantal landen binnen de Europese Unie heeft de euro de afgelopen maanden terrein verloren ten opzichte van de Amerikaanse dollar. In het najaar is de euro nog eventjes 1,42 dollar waard geweest, halverwege januari was de euro ineens nog maar 1,27 dollar waard. Een daling van maar liefst 10%. Inmiddels is de euro weer wat opgekrabbeld naar een gemiddelde wisselkoers van rond de 1,32 dollar voor één euro. Nog steeds 7% lager dan de meest gunstige koers enkele maanden geleden. De kans dat het verschil de komende maanden toeneemt is aanzienlijk. Een devaluatie van de euro van tien procent ten opzichte van de dollar betekent dat een vakantie naar Amerika, veel Caribische bestemmingen en landen waar de dollar als officieel betaalmiddel geldt ineens ook tien procent duurder uitvalt. Wel iets om rekening mee te houden als je een vakantie geboekt hebt naar een van deze landen en uitgegaan bent van een dollarkoers van rond de 1,4 dollar voor een euro. Ook landen waar de koers van de nationale munt gekoppeld is aan de dollar worden hierdoor automatisch duurder. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Verenigde Arabische Emiraten (o.a. Dubai en Abu Dhabi). Als de dollarkoers structureel ongunstiger wordt dan zullen prijsverhogingen van vliegtickets en vliegvakanties ook niet te voorkomen zijn. De brandstof voor de vliegtuigen moet afgetikt worden in dollars. Een duurdere dollar betekent automatisch duurdere brandstof.