Tijdens mijn verblijf op onlangs op Fuerteventura heb ik iets meegemaakt wat je in Nederland niet me zou maken. Mijn huurauto had bijna een lege benzinetank, dus het was tijd om een tankstation op te zoeken. Op mijn kaart zag ik dat in Tuineje de dichtsbijzijnde mogelijk was om te tanken. Nadat ik de auto volgegooid had met brandstof was het tijd om af te rekenen. Het bedrag van 50 euro voor een volle tank was al een waar feest vergeleken met de absurd hoge bedragen die je tegenwoordig in Nederland af mag tikken. Tijdens het afrekenen raakte ik in gesprek met de pomphouder. In een combinatie van Spaans met wat Duits verbaasde ik hem dat ik Fuerteventura misschien wel het mooiste eiland van de Canarische Eilanden vind. Zoiets is altijd een kwestie van smaak. Wat anderen juist minder mooi vinden aan Fuerteventura is hetgeen mij juist raakt: de veelal ongerepte vulkanische glooiingen. Als reactie vertelde de man mij dat ik het mooiste van het eiland nog niet kende: de tomaten. Voor wie het niet weet: tomaten zijn na de fameuze geitenkazen het tweede exportproduct van Fuerteventura. Ondertussen pakte hij een plastic tasje en vulde deze met een aantal tomaten uit een houten kistje achter hem. “Alstublieft, dan kunt u zelf proeven dat de tomaten van Fuerteventura het lekkerste zijn van de Canarische Eilanden” zei hij mij vol trots toen hij me de tomaten overhandigde. Toen ik hem vroeg wat hij van me kreeg was zijn antwoord kort maar krachtig: nada. Een aangename ervaring en een tasje vol tomaten ging ik verder. Uiteindelijk heb ik de tomaten in mijn hotelkamer geproefd. De man had gelijk. Ze waren zeer smaakvol. Geen waterbommen zoals de Hollandse tomaat maar een smaakexplosie van vruchten die meer dan voldoende zon gezien hebben.